"Men magh hun bier wel roemen, dat Canaster plagt te noemen, het was drincken ende spijs, selfs voor eene lange reys" (Petrus Van Nuffel – 1908 – over het bier van de Aalsterse Carmelieten)

Roodbruin met gebroken witte, stevige schuimkraag en smaakt overwegend fruitig in de neus, mooi evenwicht zoet – bitter in de mond, lange droge gebrande bittere afdronk.
Jan Michiel van Bragt (cataloog Essens Kerstbierenfestival): een zeer uitnodigend aroma van gebrande mout, zuidvruchten; fruitige esters en iets van drop.